De man zat eind december 2015 samen met zijn ex-vriendin en hun 13 maanden oude zoontje in een auto. Ze kregen ruzie waarbij haar kreeg met een mes in haar bovenbeen stak. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende bewijs is dat de man, zoals de officier van justitie eiste, zijn ex-vriendin zwaar lichamelijk letsel wilde toebrengen. Het is namelijk niet duidelijk met hoeveel kracht en op welke wijze de man stak of hoe diep de wond daadwerkelijk was. De rechtbank veroordeelt de man wel voor mishandeling. Verder is er volgens de rechtbank onvoldoende bewijs voor de bedreiging van zijn ex-vriendin en zoontje met de woorden “Ik ga mijn pistool halen voor jullie”. Ook wordt de man vrijgesproken van illegaal vuurwapenbezit. In mei vorig jaar werd in de slaapkamer van het zoontje van de man een gas/alarmpistool aangetroffen door de politie, maar volgens de rechtbank kan niet worden uitgesloten dat dit wapen van iemand was die enige tijd bij de verdachte heeft gelogeerd.
De rechtbank rekent het de man zwaar hij dat hij zijn ex-vriendin in het bijzijn van hun zoontje met een mes heeft gestoken. Het gewelddadig karakter hiervan laat zien dat hij er niet voor terugschrikt om geweld tegen anderen te gebruiken. Bovendien is hij al vaker voor soortgelijke feiten veroordeeld. En ook ziet de verdachte de ernst van het door hem aangedane leed niet of onvoldoende in. Anderzijds beschouwt de rechtbank de verdachte op advies van een psycholoog als licht verminderd toerekeningsvatbaar. De rechtbank legt een deel van de celstraf voorwaardelijk op en koppelt daar een aantal bijzondere voorwaarden aan. Zo moet de man zich onder meer laten behandelen en mag hij geen contact hebben met zijn ex-vriendin. Mocht er een contactregeling tussen hem en zijn zoontje tot stand komen, dan mag dit contact alleen plaatsvinden via anderen.