Vanwege het illegaal gokken en overtredingen van het sluitingsuur besloot de burgemeester van Eindhoven op 29 juni het café 2 maanden te sluiten. De eigenaar van het café maakte vervolgens bezwaar tegen dit besluit bij de burgemeester en diende een verzoek om een voorlopige voorziening in bij de voorzieningenrechter. In dit verzoek vroeg hij de sluiting ongedaan te maken zolang de burgemeester nog niet op zijn bezwaar heeft beslist.
De rechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af omdat de café-eigenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat er niet werd gegokt maar alleen een spelletje werd gespeeld. De burgemeester heeft terecht vastgesteld dat de openbare orde zeer is verstoord en het woon- en leefklimaat ernstig is aangetast. De veronderstelde nadelige financiële gevolgen van de sluiting voor de eigenaar wegen daar volgens de voorzieningenrechter niet tegenop. Bovendien heeft de burgemeester gekozen voor een sluitingsduur van beperkte omvang.