De officier van justitie eiste naast een gevangenisstraf tbs met dwangverpleging voor de verdachte. Om dit te kunnen opleggen moet onder andere worden vastgesteld dat er sprake is van een ziekelijke stoornis of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Daarnaast moet er sprake zijn van een gevaar voor herhaling. De psychiaters en psychologen hebben weliswaar vastgesteld dat bij de verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis, maar kunnen geen uitspraak doen over het recidiverisico, omdat de verdachte niet meewerkte aan een onderzoek. Ze kunnen daarom ook geen advies geven over een eventuele behandeling van de man om het recidiverisico te verkleinen.
De rechtbank stelt vast dat de man eerder veelvuldig is veroordeeld voor vermogens- en geweldsmisdrijven. De laatste veroordeling voor een geweldsmisdrijf is echter alweer negen jaar geleden. Mede gelet hierop acht de rechtbank onvoldoende aannemelijk dat er sprake is van een recidiverisico dat rechtvaardigt om tbs met dwangverpleging op te leggen.
Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank onder meer mee dat de man een grote inbreuk gemaakt heeft op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer door zijn slaapkamerdeur in te slaan en binnen te komen. De bedreiging maakte grote indruk op het slachtoffer, terwijl de verdachte dit aangedane leed niet of onvoldoende inziet. Bovendien was hij tijdens het plegen van de feiten onder invloed van alcohol en verdovende middelen, terwijl hij de negatieve werking daarvan op zijn gedrag kende.