De rechtbank weegt bij het bepalen van de straf onder meer mee dat de verdachte zich 7,5 jaar lang schuldig maakte aan oplichting en valsheid in geschrifte. Hij liet op laaghartige en geraffineerde wijze doen voorkomen dat de slachtoffers via hem een goede voorziening voor hun oude dag konden treffen. Hij adviseerde hen polissen en (krediet)overeenkomsten af te sluiten, maar uiteindelijk sluisde hij tienduizenden euro’s weg. De verdachte maakte ernstig misbruik van het vertrouwen dat de slachtoffers, voornamelijk uit zijn directe omgeving, in hem stelden. Hij deed het puur voor zijn eigen financieel gewin en had kennelijk geen oog voor de gevolgen voor de slachtoffers.
De rechtbank legt een hogere straf op dan de officier van justitie eiste. Volgens de rechtbank zou er anders met name onvoldoende oog zijn voor de schade die de verdachte toebracht aan de slachtoffers. De rechtbank is van oordeel dat een gevangenisstraf van 20 maanden eigenlijk passend is. Omdat de zaak nu pas aan de rechtbank is voorgelegd en daarmee de redelijke termijn waarbinnen deze zaak had moeten worden afgedaan is overschreden, verlaagt de rechtbank de straf met 2 maanden tot 18 maanden celstraf.