De verdachte ontkent dat hij zelfmoord wilde plegen. Hoewel hij vanaf de avond en vlak voor het ongeval verontrustende berichten stuurde naar zijn vriendin, is er geen bewijs dat hij – zoals de officier van justitie stelt – dit wel van plan was. De rechtbank ziet ook aanwijzingen die dit scenario tegenspreken. Zo liet de verdachte zijn auto op de dag van het ongeval keuren, haalde hij vóór de botsing twee auto’s in (kennelijk om een botsing te vermijden) en reed hij niet in op een tegenligger of tegen een boom naast de weg.
Ook blijkt uit het strafdossier niet dat de verdachte door met een gevaarlijk hoge snelheid te rijden, de aanmerkelijke kans dat hijzelf of een ander om het leven zou komen op de koop toe nam. De rechtbank spreekt hem daarom vrij van doodslag. Wel is er sprake van de zwaarste vorm van een verkeersmisdrijf, omdat hij zich roekeloos gedroeg.