De rechtbank legt een zwaardere straf op dan de officier van justitie heeft geëist. ‘Wie bij herhaling het vertrouwelijke karakter van de benoemingsprocedure schendt, kan niet wegkomen met de boete die de officier van justitie heeft geëist. Een (deels voorwaardelijke) taakstraf is passend en geboden’, aldus de rechtbank. Het raadslid krijgt een deel van de taakstraf voorwaardelijk opgelegd, mede als stok achter de deur om hem ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. De werkstraf van de voormalig wethouder is geheel onvoorwaardelijk.
Dat de verdachten lang hebben moeten wachten op de behandeling van hun zaak bij de rechtbank, heeft geen invloed op de hoogte van de straf. Dat het zo lang duurde, kwam onder meer door de onrechtmatige inzet van bijzondere opsporingsbevoegdheden tegen een journalist van het Brabants Dagblad. En hoe kwalijk dat ook mag zijn, het is volgens de rechtbank geen reden om een lagere straf op te leggen.
Ook dat er veel (negatieve) publiciteit over de zaak is geweest, is voor de rechtbank geen reden voor een lagere straf. De beide verdachten hadden een voorbeeldfunctie voor de burger. Ze hadden zich moeten realiseren dat er bij ontdekking veel opschudding zou ontstaan en dat die opschudding publiciteit teweeg zou brengen.