De man reed op 5 augustus 2015 in zijn woonplaats met een landbouwtrekker met 2 aanhangwagens. Op enig moment passeerde hij een geparkeerde auto terwijl een groep wielrenners in tegengestelde richting de combinatie passeerde. Een van de wielrenners reed in de berm en kwam ten val. Een wielrenner die daarachter reed, raakte in onbalans en kwam ook ten val. Daarbij kwam hij in aanraking met het linker achterwiel van de trekker. De wielrenner kwam hierbij om het leven.
Volgens de officier van justitie had de verdachte gevaar en hinder op de weg veroorzaakt door de tegemoetkomende groep wielrenners onvoldoende de vrije doorgang te verlenen toen hij de geparkeerde auto passeerde.
De rechtbank is van oordeel dat de man strafrechtelijk niets valt te verwijten. Uit het onderzoek is gebleken dat hij voldoende ruimte heeft gelaten voor de wielrenners om de combinatie veilig en onbelemmerd te kunnen passeren. Daarnaast is uit dat onderzoek niet gebleken dat de man de maximumsnelheid van 25 km/u overschreed. Ook is uit het dossier niet komen vast te staan dat de man een verkeersfout heeft begaan, dat hij door zijn rijgedrag verkeer zou hebben gehinderd of onvoldoende ruimte heeft vrijgelaten aan de groep wielrenners. De rechtbank concludeert dan ook dat het noodlottige ongeval een uiterst ongelukkige samenloop van omstandigheden is.