Volgens de officier van justitie was er tijdens de relatie die de man en het meisje hadden in 2014 en 2015 sprake van verkrachting. De man zou haar een aantal keer tegen haar zin hebben gedwongen tot seks. De rechtbank oordeelt dat daarvoor onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is. In het procesdossier zitten verklaringen die de aangifte (deels) ondersteunen, maar deze verklaringen hebben allemaal dezelfde bron, namelijk het meisje zelf. Ook is er volgens de rechtbank geen sprake van (de subsidiair ten laste gelegde) ontucht. Er is namelijk over een langere periode sprake geweest van een affectieve relatie tussen de verdachte en het meisje. Zij hadden ook na het tussentijds verbreken van de relatie nog seksueel contact met elkaar en niet gebleken is dat de seks onvrijwillig was of dat er seks heeft plaatsgevonden omdat de man daar steeds op aan drong. Het leeftijdsverschil tussen het meisje en de verdachte bedroeg - op een maand na - vijf jaar. Dit leeftijdsverschil is naar het oordeel van de rechtbank aanzienlijk, maar niet zo groot dat dit per definitie leidt tot ongelijkwaardigheid tussen de verdachte en het meisje. Daarbij merkt de rechtbank op dat zij in dezelfde levensfase verkeerden: ze waren beide schoolgaand en thuiswonend.
De rechtbank veroordeelt de verdachte wel voor 2 mishandelingen. In november 2015 schopte hij 2 keer tegen een open kastdeur die vervolgens tegen de rug van het meisje kwam. Ook sloeg hij het meisje in haar gezicht en tegen haar hoofd. Een maand later stompte de verdachte de vader van het meisje met gebalde vuist in zijn gezicht. Hierbij liep de vader een gebroken neus op.