Laden...

Gemeente Boxtel mocht slachterij en vleesverwerker nieuwe vergunning verlenen

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > Gemeente Boxtel mocht slachterij en vleesverwerker nieuwe vergunning verlenen
's-Hertogenbosch, 30 april 2021

Een slachterij en vleesverwerker in Boxtel mag doorgaan met het uitbreiden van haar bedrijf. De gemeente maakte geen fouten bij het verlenen van de vergunning hiervoor. Dat bepaalde de rechtbank Oost-Brabant vandaag.

De slachterij en vleesverwerker kreeg in oktober 2015 een vergunning eerste fase voor het uitbreiden van de vleesverwerkingsactiviteiten. In september 2019 verleende de gemeente een vergunning tweede fase voor het wijzigen van het bedrijf. Verschillende omwonenden stapten daarop naar de rechter.

De omwonenden klagen over geurhinder vanwege de slachterij en geluidhinder vanwege de ventilatoren en van koelinstallaties en vrachtwagenverkeer. Ook vrezen zij voor de luchtkwaliteit en voor hun gezondheid. Volgens de omwonenden moet het bedrijf eerst deze overlast uit de vergunning eerste fase wegnemen voordat een vergunning voor verdere wijziging kan worden verleend. De omwonenden eisen kort gezegd dat de gemeente beide vergunningen vernietigd.

Oordeel rechtbank

De rechtbank stelt voorop dat de omwonenden in deze procedure geen bezwaar kunnen maken tegen de inmiddels onherroepelijke vergunning eerste fase. Die blijft dan ook in stand. De rechtbank ziet ook geen aanleiding om de vergunning tweede fase te vernietigen. Ook al zijn er klachten vanuit de omgeving, dat wil nog niet zeggen dat de gemeente door een lopende aanvraag zou moeten stoppen met het verlenen van een vergunning totdat die klachten zijn opgelost. Wat de omwonenden eigen willen, gaat dus te ver.

Daarbij komt dat de Stichting Advisering bestuursrechtspraak (StAB) onderzoek deed naar deze kwestie. De StAB geeft aan dat er geen aanleiding is om aan te nemen dat de bestaande geuruitstoot zal toenemen; de voorgenomen wijzigingen hebben namelijk geen betrekking op activiteiten die relevant zijn voor de uitstoot van geur. Er is bijvoorbeeld geen vergunning verleend voor het vergroten van het aantal slachtingen. Al met al verklaart de rechtbank het beroep van de omwonenden ongegrond.

Uitspraak