De Stichting Berghem Events organiseert al enkele jaren het Hoessenbosch Festival in een openluchttheater in natuurgebied Herperduin. In juli vorig jaar gaf de gemeente aan dat zij het festival liever op een andere locatie ziet vanwege de ligging tegen een bos. Desondanks verzocht de organisatie in december een nieuwe omgevingsvergunning om het festival van 29 augustus tot en met 1 september 2024 op dezelfde locatie te houden. De gemeente wees dit verzoek uiteindelijk af. De organisatie stapte vervolgens naar de rechter en verzocht een voorlopige voorziening te treffen zodat het evenement toch zou kunnen doorgaan.

De gemeente vreest kort gezegd voor de impact op het naastgelegen bos. Het openluchttheater is ingericht voor kleine en ingetogen optredens, met zittend publiek. Het Hoessenbosch Festival is een meerdaags evenement waar naar verwachting 4.500 bezoekers per dag op af komen. Tijdens de behandeling van deze spoedprocedure, afgelopen dinsdag, gaf de organisatie aan dat zij het dit keer kleinschaliger willen aanpakken met maximaal 1.250 bezoekers per dag. Maar ook dat vindt de gemeente te veel.
De organisatie stelt dat de gemeente geen recht heeft om een vergunning te weigeren. Zij wijst op uitgevoerde onderzoeken die volgens haar uitwijzen dat de natuur geen enkel nadeel zal ondervinden van het evenement.

De voorzieningenrechter ziet dit anders. De gemeente mag een groter gewicht toekennen aan de bescherming van ecologische waarden en kenmerken van de locatie en de omgeving daarvan - waartoe ook het behoud van rust en stilte behoort - dan aan het belang van de organisatie om een meerdaags festival te kunnen houden. De gemeente mocht daarbij stellen dat een meerdaags festival niet past binnen het natuurgebied, ook als ervan wordt uitgegaan dat het festival niet leidt tot een significante aantasting van de waarden en kenmerken van de locatie. Immers, het gebied heeft niet voor niets de bestemming “natuur" gekregen en ligt niet voor niets in een aangewezen natuurgebied.

Uit de natuurtoets blijkt bovendien dat het festival wel degelijk nadelige gevolgen kan hebben voor de flora en fauna in het gebied. De gemeente mag dit als onwenselijk beschouwen, ook al zouden die gevolgen door maatregelen geheel of deels kunnen worden weggenomen. Dit betekent dat de gemeente de omgevingsvergunning voor het festival mocht weigeren. De rechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook af.