De man huurde met zijn vrienden een bierfiets in april 2015. Zij kwamen op een spoorwegovergang in Eindhoven in botsing met een trein. Een van de personen die op de fiets zat, overleed door de gevolgen van dit ongeval.
De eigenaar van de bierfiets verzocht de rechtbank om de huurder aansprakelijk te stellen voor de schade. Hij wilde in totaal ruim 16.500 euro hebben. Dit bedrag baseerde hij op de waarde van de fiets, de huur van een vervangende fiets tijdens de periode dat zijn fiets in reparatie was, transportkosten en kosten voor het ophalen van de fiets bij de politie.
De rechtbank oordeelde in september 2017 in een tussenuitspraak dat de huurder inderdaad aansprakelijk is, omdat hij in de getekende huurovereenkomst had afgesproken de fiets ongeschonden terug te brengen. Mocht dit niet gebeuren, dan zou hij opdraaien voor de kosten. In het tussenvonnis bepaalde de rechtbank daarnaast dat de eigenaar de schadepost nader moest toelichten. Over die schade oordeelde de rechtbank vandaag.