De rechtbank weegt verder mee dat de openlijke geweldpleging in verminderde mate aan de jongen kan worden toegerekend. Volgens een psycholoog is er sprake van onder meer een gedragsstoornis en een verstandelijke beperking. Al met al vindt de rechtbank voor het openlijk geweld in december 2019 een jeugddetentie van 100 dagen, waarvan 65 dagen voorwaardelijk, op zijn plaats. Volgens de rechtbank is er zonder gedragsverandering een grote kans op herhaling. Daarom vindt de rechtbank het noodzakelijk om naast de jeugddetentie een gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) van 12 maanden op te leggen. De verdachte wordt onder meer uit huis geplaats en moet zich laten opnemen in een open leefgroep, meewerken aan verschillende gedragsbehandelingen en hij krijgt elektronisch toezicht tijdens het weekend.
Voor de woninginbraak met geweld en de mishandeling krijgt hij nog eens 100 dagen jeugddetentie, waarvan 97 dagen voorwaardelijk. Als bijzondere voorwaarden koppelt de rechtbank aan die voorwaardelijke straffen onder meer een contactverbod met een medeverdachte, een alcohol- en drugsverbod en een meldplicht bij de jeugdreclassering.
Bovendien moet de verdachte de slachtoffers schadevergoedingen betalen van in totaal 4.709,17 euro. En hij moet een eerder voorwaardelijk opgelegde werkstraf van 50 uur alsnog uitvoeren.