De verdachte bedreigde in maart 2019 een politieagente door via een geopend raam van zijn auto een wapen op de agente te richten. Het ging daarbij om een gasdrukpistool dat op een vuurwapen lijkt. Nadat hij het wapen op de agente richtte, ging hij er plots met hoge snelheid vandoor. Daarbij stond de agente nog dichtbij het raam van de auto, waardoor zij moest wegspringen om niet door de auto geraakt te worden.
In april jl. bedreigde de verdachte een leeftijdsgenoot. Hij stuurde hem intimiderende en bedreigende berichten en wachtte hem later op. Bij die confrontatie pakte de verdachte het slachtoffer vast, zei dat hij moest meekomen en dreigde hem 'kapot te slaan'. Verder heeft de verdachte een aantal keer benzine getankt zonder daarvoor te betalen.

Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte welbewust een potentieel gevaar veroorzaakte door een agente te bedreigen en vervolgens hard weg te rijden. Hij had daarbij de agente of anderen kunnen aanrijden. De verdachte riep door zijn gedragingen welbewust een potentieel gevaar voor anderen en zichzelf in het leven. Zijn handelen had tot escalaties met de politie met mogelijk ernstige gevolgen kunnen leiden omdat hij met een wapen dreigde.
De verdachte toonde geen respect voor de politie en het gezag dat zij vertegenwoordigen. Dit vindt de rechtbank verwerpelijk en rekent hem dat zwaar aan. De voorwaardelijke celstraf moet ervoor zorgen dat de verdachte niet opnieuw de fout ingaat. Ook koppelt de rechtbank een aantal bijzondere voorwaarden aan die voorwaardelijke straf. Zo krijgt de verdachte onder meer een meldplicht bij de reclassering en moet hij meewerken aan een behandeling voor zijn problematiek bij een forensische zorginstelling. Daarnaast moet hij de politieagente een schadevergoeding betalen van 550 euro.