In dit geval volstaat de rechtbank met een onvoorwaardelijk strafdeel dat de jongens in voorarrest uitzaten. De 15-jarige jongen krijgt 180 dagen jeugddetentie, waarvan 143 voorwaardelijk, met daarnaast 35 uur leerstraf en 60 uur werkstraf. De 14-jarige jongen krijgt 180 dagen jeugddetentie, waarvan 175 dagen voorwaardelijk, en 100 uur werkstraf.
Aan het voorwaardelijke deel koppelt de rechtbank een aantal bijzondere voorwaarden om de kans op herhaling te beperken. Zo krijgen de jongens een meldplicht bij de jeugdreclassering, mogen ze geen contact met elkaar en het slachtoffer hebben en moeten ze weer naar school en zich aan het lesrooster houden. De oudste jongen krijgt bovendien elektronisch toezicht (een enkelband) en moet zich laten behandelen bij een forensische polikliniek. De andere jongen moet meewerken aan delictanalyse en de daaruit voortvloeiende begeleiding.