Volgens een psycholoog is bij de andere verdachte sprake van een reactieve hechtingsstoornis. De rechtbank beschouwt hem daarom als licht verminderd toerekeningsvatbaar. Omdat de kans op herhaling volgens deskundigen groot is, legt de rechtbank als stok achter de deur een deel van de jeugddetentie voorwaardelijk op. Verder krijgt hij een meldplicht bij de jeugdreclassering en moet hij tijdens zijn 2-jarige proeftijd begeleid wonen en meewerken aan eventuele begeleiding, behandeling en trainingen.
De jongens moeten het slachtoffer daarnaast samen een schadevergoeding betalen van ruim 1.500 euro.