De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij als leraar bij zijn omgang met het meisje geen professionele afstand hield. Hij benaderde een leerling via Snapchat, terwijl hij nauwelijks een maand les gaf, en creëerde zo de mogelijkheid in een afgeschermde omgeving binnen zeer korte tijd expliciet seksueel getinte gesprekken te voeren. De verdachte liet zich leiden door zijn eigen lustgevoelens in plaats van door zijn gezond verstand.
Anderzijds weegt mee dat het initiatief tot contact ook bij het meisje leek te liggen en dat er door haar en klasgenoten uitdagende vragen werden gesteld aan de verdachte in de les. Het zoeken van toenadering is duidelijk óók vanuit het meisje gekomen. Ze vond het kennelijk wel stoer dat een leraar interesse in haar toonde. Ook is niet gebleken dat zij psychische schade heeft opgelopen. Desondanks had de verdachte, als leraar en volwassen man, beter moeten weten en had hij daar niet op moeten ingaan. Hij is dan ook als enige verantwoordelijk voor de gevolgen.
Tot slot neemt de rechtbank mee dat de verdachte zijn werk als leraar is kwijtgeraakt en door deze veroordeling geen Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) meer zal krijgen. Hij heeft inmiddels nieuw werk gevonden als horecamedewerker. Een onvoorwaardelijke celstraf, zoals de officier van justitie eiste, zou betekenen dat hij deze baan zou verliezen. De rechtbank laat het daarom bij een grotendeels voorwaardelijke celstraf, maar legt daarnaast wel een maximale taakstraf op.