In dat schooljaar had de man vriendschappelijk contact met het meisje. Sinds januari 2020 spraken ze ook via WhatsApp met elkaar en een maand later gingen ze samen wat drinken in de binnenstad van Eindhoven. Vervolgens hielden ze bijna dagelijks contact. Tijdens een wandeling in maart hebben ze elkaar voor het eerst gekust. Later die maand boekten ze een hotelkamer en hadden daar seks met elkaar. Ook de week daarop hadden ze seksueel contact.
Volgens de officier van justitie maakte de man zich daarmee schuldig aan ontucht, omdat het meisje op dat moment - zoals dat juridisch heet - aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid was toevertrouwd. De rechtbank ziet dat anders. De man was immers niet langer de leraar, mentor of vertrouwenspersoon van het meisje. Bovendien was zij op dat moment 17 jaar en 10 maanden, was zij al eerder seksueel actief en was het seksuele contact met wederzijdse instemming. Ze heeft geen spijt van de contacten en voelt zich geen slachtoffer. De rechtbank ziet geen omstandigheden die maken dat de man overwicht op het meisje zou hebben gehad en dat zij minder weerstand aan hem heeft kunnen bieden dan anderen. De man wordt dan ook vrijgesproken.