Twee verdachten erkenden dat zij de nacht van de ontploffing in het tuincentrum aanwezig waren. Eén van hen verklaarde echter niets van het drugslab af te weten. Hij was daar naar eigen zeggen alleen om de boel schoon te vegen. Pas toen hij de ontploffing hoorde en ging kijken, zag hij dat er een drugslab aanwezig was. De andere verdachte zou, toen hij erachter kwam dat er een drugslab zat, in een partytent zijn gaan zitten en daar in slaap zijn gevallen. Deze verklaringen acht de rechtbank volstrekt ongeloofwaardig. Uit de bewijzen blijkt dat de verdachten wel degelijk op de hoogte waren van het lab. Dat deze verdachten proberen de volledige schuld in de schoenen te schuiven van hun overleden medeverdachte, rekent de rechtbank de mannen zwaar aan. Bovendien hadden deze verdachten onder meer vuurwapens, munitie en een taser in bezit. Bij de 37-jarige man weegt ook mee dat hij eerder voor een drugsdelict is veroordeeld. Ze krijgen daarom beide een fors langere straf dan de 34-jarige verdachte. Deze laatste ontkende überhaupt ter plaatse te zijn geweest, maar uit het beschikbare bewijs blijkt dat hij wel degelijk op de plaats delict is geweest.