De verdachte bracht diep en onherstelbaar leed toe aan de nabestaanden van het eerste slachtoffer en ingrijpende en dramatische veranderingen in het leven van het tweede slachtoffer. De rechtbank realiseert zich dat geen enkele straf recht kan doen aan het gemis van de nabestaanden en dat een straf er niet toe kan leiden dat het tweede slachtoffer zal genezen van zijn letsel. Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte eerder een strafbeschikking kreeg voor een forse snelheidsovertreding en dat hij meerdere bekeuringen kreeg voor lichte verkeersovertredingen.
Verder weegt mee dat de verdachte het gesprek is aangegaan met de nabestaanden, dat hij een excuusbrief heeft geschreven aan het tweede slachtoffer en dat hij aangeeft open te staan voor een persoonlijk gesprek met dit slachtoffer na afloop van deze strafzaak. De rechtbank vindt een celstraf van 14 maanden op zijn plaats. Daarvan is 6 maanden voorwaardelijk om de verdachte ervan te weerhouden dat hij opnieuw in de fout gaat. Daarnaast mag hij 5 jaar niet rijden.