De man ging in augustus van dit jaar rond middernacht naar de woning van zijn moeder en zus en stak daar hun auto in brand. Ook gooide hij een baksteen door de ruit van die auto en gooide hij een steen door het slaapkamerraam van zijn zus.
Volgens de officier van justitie veroorzaakte de man levensgevaar voor anderen, omdat de auto dicht bij de woning van zijn moeder en zus stond. De rechtbank oordeelt dat uit de bewijsmiddelen niet blijkt dat op het moment van de brand levensgevaar voor anderen te duchten was. De rechtbank spreekt de man daarom vrij van dit onderdeel van de tenlastelegging.
De rechtbank weegt bij het bepalen van de straf mee dat de brandstichting een gevoel van angst en onveiligheid heeft veroorzaakt bij de moeder en zus van de verdachte. Bovendien is er forse schade ontstaan. De man trok zich van dit alles niets aan toen hij de delicten pleegde. Ook tijdens de zitting toonde hij op geen enkele wijze dat hij het laakbare van zijn handelen inziet. De rechtbank is niet gebleken van een aanleiding. De man had vlak voor de incidenten ruzie gehad met zijn broer, maar daar hadden zijn moeder en zus niets mee te maken. In het voordeel van de man houdt de rechtbank er rekening mee dat hij niet eerder is veroordeeld.