De verdachte had tussen april 2018 en april 2019 onder meer gasslangen, drukregelaars, vlamdovers, bivakmutsen, handschoenen, valse kentekenplaten en jammers in bezit had. Dit alles wordt gebruikt bij het plegen van plofkraken. Dat de verdachte niet daadwerkelijk aan een uitgevoerde plofkraak te linken is, doet niets af aan de strafbaarheid van zijn handelingen.

Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte op geen enkele wijze verantwoordelijkheid neemt voor zijn daden. Gelet hierop en op de ernst van het misdrijf vindt de rechtbank een onvoorwaardelijke celstraf op zijn plaats. De rechtbank legt wel een lagere straf op dan de officier van justitie eiste, omdat de bewijsbare periode waarin de verdachte de voorbereidingshandelingen pleegde bijna 2 jaar korter is dan die waar de officier van justitie van uitging.
Naast de celstraf is de verdachte ook zijn auto kwijt, waarin een deel van de spullen is aangetroffen. Het voertuig werd in beslag genomen en de rechtbank besluit vandaag dat hij de auto niet terug krijgt.