De supermarkt in Eindhoven werd in december 2011 even na sluitingstijd overvallen door 3 daders. De 25-jarige man was een van die overvallers en had destijds een relatie met de inmiddels 24-jarige vrouw uit Geldrop, die bij de supermarkt werkte. Ze zorgde ervoor dat de toegangsdeuren van de winkel geopend bleven zodat de daders snel naar binnen konden komen. De daders haalden de kluis en een mobiele pinautomaat leeg en gingen er binnen 48 seconden met ruim 50.000 euro vandoor.

Het politieonderzoek heeft lange tijd stil gelegen omdat er onvoldoende aanknopingspunten voor verder onderzoek waren. De politie kwam de 2 verdachten in 2015 uiteindelijk op het spoor na meerdere anonieme tips. De 25-jarige verdachte kon aan de overval worden gelinkt door een DNA-match met bewijsmateriaal dat in de omgeving van de plaats delict was aangetroffen. De rechtbank veroordeelt de vrouw onder meer op basis van haar gedrag rond de overval. Uit camerabeelden blijkt dat ze geen enkele (schrik)reactie liet zien toen de daders binnenkwamen, ze werd vastgepakt en meegenomen naar de pinautomaat, terwijl er sprake was van een hectische situatie, er door de overvallers werd geschreeuwd en vuurwapens te zien waren. Daarnaast verrichtte zij zichtbare handelingen die ervoor zorgden dat de schuifdeuren open bleven staan, terwijl zij er op dat tijdstip juist voor had moeten zorgen dat er geen klanten meer binnen zouden komen. Toen zij dit jaar door de politie werd afgeluisterd bleek dat zij over haar aandeel in de overval sprak met haar huidige partner. De rechtbank komt tot het oordeel dat de vrouw wetenschap had van de overval en er bewust aan meewerkte.

Volgens de rechtbank veroorzaakt een dergelijk delict veel maatschappelijke onrust en leidt het tot toename van gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. De verdachten trokken zich niets aan van de belangen van de medewerkers en aanwezige klanten. Slachtoffers zoals zij hebben van dit soort delicten vaak nog jarenlang last. Ook weegt de rechtbank bij het bepalen van de straf mee dat de verdachten geen enkel inzicht hebben verschaft over de achtergronden van hun criminele keuze en daden. De rechtbank oordeelt dat in deze zaak, gelet op de ernst van het feit, de hoogte van de buit, de professionele uitvoering en brutaliteit van de overval en het gebruik van voorwerpen die op echte vuurwapens leken, niet kan worden volstaan met minder dan een gevangenisstraf van 4 jaar voor de 25-jarige verdachte. Zijn toenmalige vriendin krijgt voor haar aandeel een celstraf van 1 jaar. De verdachten moeten daarnaast 2 medewerkers een schadevergoeding betalen van in totaal 3.000 euro.