De verdachte woonde met meerdere mensen in een huis in Someren en kreeg daar in augustus 2016 ruzie met een medebewoonster. Op enig moment pakte de verdachte een mes en stak haar hiermee in haar zij waardoor de dunne darm geperforeerd werd. Volgens de rechtbank zijn er onvoldoende bewijzen om te oordelen dat er sprake was van een poging tot doodslag, zoals de officier van justitie eiste. Uit de medische informatie in het dossier blijkt niet dat er een aanmerkelijke kans was op dodelijk letsel. Ook omdat er aanvullende informatie over het mes ontbreekt kan er geen conclusie getrokken worden of er een kans was dat de vrouw zou overlijden door de steekpartij. De rechtbank kwalificeert het daarom als zware mishandeling.
De rechtspraak kent voor een dergelijke steekpartij als oriëntatiepunt een gevangenisstraf van 7 maanden. De rechtbank legt desondanks een hogere straf op omdat de vrouw in haar woning is gestoken, een plek waar zij zich juist veilig moet kunnen voelen. Bovendien is haar ernstig inwendig letsel toegebracht door de verdachte. Hiermee heeft hij haar lichamelijke integriteit aangetast, wat grote indruk moet hebben gemaakt. De rechtbank weegt ook mee dat de man het door hem aangedane leed kennelijk niet of onvoldoende inziet. Daarnaast is hij diverse keren veroordeeld voor onder meer openbare dronkenschap en rijden onder invloed. Ook de steekpartij pleegde hij onder invloed van alcohol.