De verdachte stoorde zich aan de geluiden die een man maakte toen hij de
slaapkamer van de bovenburen aan het stofferen was. De verdachte zocht buiten de
confrontatie op, pakte het slachtoffer vast en gooide hem op de grond.
Vervolgens kneep de verdachte met een nekklem en zijn hand de keel van het
slachtoffer dicht en riep: “Jij gaat dood”. Een onbekende man schoot te hulp
waardoor het slachtoffer wist te ontsnappen.
De rechtbank oordeelt dat de
aanmerkelijke kans bestond dat het slachtoffer zou overlijden als de verdachte
zijn keel langer had dichtgeknepen. Hij maakte zich daarmee schuldig aan een
poging tot doodslag.
De verdachte is onderzocht door een psycholoog en een psychiater, die
vaststelden dat de man een chronisch psychiatrische patiënt is. Bij het plegen
van het delict was hij psychotisch. Volgens de rechtbank is de man
ontoerekeningsvatbaar en kan het delict hem niet worden toegerekend. Voor de
veiligheid van anderen laat de rechtbank hem opnemen in een psychiatrisch
ziekenhuis.