De verdachte mishandelde zijn echtgenote in oktober en november 2021. Dit gebeurde zowel in hun woning als buitenshuis door haar onder andere te slaan en te schoppen tegen het hoofd en het lichaam, haar keel dicht te knijpen, tegen een muur en tegen de grond te duwen en toen zij buiten op de fiets zat, haar te trappen en te duwen waardoor ze viel.

Toen de man in februari 2022 bij zijn vader in huis woonde, mishandelde hij hem ook, onder andere door tegen het hoofd en met een ijzeren tafelpoot tegen de geslachtsdelen te slaan. Verder heeft hij zijn vader bedreigd met de dood.

Volgens de rechtbank heeft de man zich schuldig gemaakt aan ernstige mishandeling en bedreiging van zijn vader en toenmalige echtgenote. Bij alle incidenten ging hij zonder noemenswaardige aanleiding over tot geweld. Hij heeft daarmee een grote inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers.

De mishandelingen gebeurden in de eigen woning van zijn vader en gedeeltelijk in de woning waar hij met zijn echtgenote woonde, plekken waar zijn slachtoffers zich juist veilig moeten voelen. De slachtoffers moeten beangstigende momenten hebben doorstaan en telkens op hun hoede zijn geweest voor het onberekenbare gedrag van de man.

Op zitting gaf de man aan dat hij de ernst van het door hem aangedane leed inziet. Hij toonde berouw en heeft de strafbare feiten al in een vroeg stadium toegegeven. Uit gedragskundige rapporten blijkt dat hij lijdt aan een psychotische persoonlijkheidsstoornis en een stoornis in cannabisgebruik. Volgens deskundigen hebben deze stoornissen zijn gedrag dusdanig beïnvloed dat de strafbare feiten in verminderde mate aan hem kunnen worden toegerekend.

De rechtbank kreeg tijdens de zitting bovendien sterk de indruk dat de huidige medicatie een (blijvend) positieve uitwerking heeft op het gedrag van de man. Het leidde er in ieder geval toe dat de verhouding tussen de verdachte en zijn vader goed is en zij, zonder incidenten, weer samen onder hetzelfde dak wonen.

Volgens de rechtbank is in ieder geval niet bewezen dat de man zijn vader daadwerkelijk met een ijzeren tafelpoot tegen het hoofd sloeg. Voor de andere feiten legt de rechtbank dezelfde straf op als eerder door de officier van justitie geëist: een gevangenisstraf van 120 dagen waarvan 74 dagen voorwaardelijk. De onvoorwaardelijke celstraf is daarmee gelijk aan het voorarrest, dat eerder al geschorst werd, zodat de man op vrije voeten blijft.

Aan deze straf zijn een aantal bijzondere voorwaarden gekoppeld. Zo moet de man zich melden bij de reclassering en zich psychisch laten behandelen in een kliniek. Hij moet ten alle tijden meewerken aan controles van de reclassering op het gebruik van cannabis en alcohol om het gebruik ervan te beheersen. De voorwaardelijke straf moet de man ervan weerhouden om opnieuw strafbare feiten te plegen.