De verdachte verklaarde dat hij bijna een hele week niet had geslapen en doorlopend cannabis, speed en alcohol had gebruikt. Naar eigen zeggen begon hij de wereld op een gegeven moment anders te zien en hoorde hij stemmen. Volgens een psycholoog en een psychiater verkeerde de verdachte in een door drugsgebruik veroorzaakte psychose toen hij de delicten pleegde. De deskundigen vinden dat de verdachte om die reden ontoerekeningsvatbaar moet worden verklaard; volgens hen had hij geen mogelijkheden om zijn psychische problemen op een andere manier op te lossen dan door het gebruiken van drugs. Hoewel de rechtbank wel aanneemt dat de man onder invloed van een psychose niet meer in staat was tijdens het plegen van de feiten zijn wil vrijelijk te bepalen, betekent dat nog niet dat hem daarmee ook geen verwijt kan worden gemaakt. De verdachte is namelijk niet gedwongen om drugs te gebruiken, maar koos daar zelf voor. Volgens de rechtbank is het bovendien algemeen bekend dat het gebruik van verdovende middelen een verhoogd risico met zich brengt op het ontstaan van een psychose. De verdachte verklaarde zelf ook dat hij had gemerkt dat hij door zijn drugsgebruik achterdochtig werd en dat de drugs hem geen goed deden. De rechtbank beschouwt de verdachte wel enigszins verminderd toerekeningsvatbaar omdat hij nooit heeft geleerd zijn psychische problemen anders dan met behulp van drugs aan te pakken.