De verdachte forceerde in maart van dit jaar een serredeur van een woning in Eindhoven. Samen met een mededader heeft hij onder meer een koffer, gereedschap, telefoons en eten gestolen. Uit auto’s in dezelfde straat haalden ze cd’s, telefoonopladers en een zonnebril weg nadat ze de ruiten van die auto’s hadden ingeslagen. De verdachte werd op heterdaad betrapt en door de gealarmeerde politie vlakbij de woning aangehouden. Op het politiebureau verzette hij zich hevig toen twee arrestantenverzorgers hem wilden fouilleren. Eén van hen schopte hij, waardoor de man ernstig letsel opliep aan zijn duim.
Een dag eerder had de verdachte als heler een navigatiesysteem voorhanden dat zojuist uit een auto was gestolen.
In september vorig jaar gebruikte de verdachte geweld tegen een drugsdealer. De dealer zou volgens de verdachte eerder te weinig cocaïne hebben geleverd. De verdachte sloeg de man tegen het hoofd, legde een armklem om zijn nek en nam cocaïne mee.
De rechtbank spreekt de verdachte vrij van een aantal andere ten laste gelegde feiten en legt hem daarom een lichtere straf op dan de officier van justitie eiste. Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er onder meer rekening mee dat uit zijn handelen minachting spreekt voor andermans eigendom. Bovendien veroorzaakt een woninginbraak gevoelens van angst en onveiligheid bij de bewoners en in de samenleving. De inbraken brengen ook materiële schade en overlast met zich mee. De verdachte heeft zich van dit alles niets aangetrokken en liet zich alleen leiden door financiële motieven. In strafmatigende zin weegt de rechtbank mee dat de verdachte door de gevolgen van de straatroof zelf slachtoffer is geworden van een schietpartij. Hij liep daarbij onder meer een flinke hoofdwond op van een schampschot. De verdachte pleegde de delicten tijdens een proeftijd van een eerdere veroordeling. Hij moet daarvan nog twee maanden gevangenisstraf uitzitten.