De man naderde in april vorig jaar een kruispunt op de N279 ter hoogte van
Erp en reed daar met zijn auto op een motor die vóór hem reed. De motorrijdster
liep daarbij een gebroken ruggenwervel op.
Volgens de man zag hij bij het
naderen van het kruispunt dat zijn iPad van de passagiersstoel was gegleden. Hij
verklaarde dat het verkeerslicht nog op groen stond en hij voldoende afstand had
tot de motor die vóór hem reed. Toen hij de iPad wilde oprapen, zag de man niet
dat de motorrijdster afremde omdat het verkeerslicht volgens haar inmiddels op
oranje was gesprongen.
De rechtbank oordeelt dat de man aanmerkelijk onoplettend en onvoorzichtig
handelde en dat het ongeval door zijn schuld is ontstaan. De verdachte hield
zijn blik niet voortdurend op de weg. Toen hij de iPad wilde oprapen, kon hij
immers niet zien wat er op de weg gebeurde. Hij maakte daarnaast een grove
inschattingsfout door te stellen dat de afstand tussen hem en de motor meer dan
voldoende was en ging er vanuit dat het verkeerslicht op groen zou blijven
staan, zonder te kunnen onderbouwen waarop hij die stelling baseert.
Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat de man het
slachtoffer en haar partner veel leed heeft aangedaan. De gevolgen van het
ongeval werken nog steeds door. De officier van justitie eiste een taakstraf van
120 uur en een rijontzegging van 9 maanden. De rechtbank komt tot een lagere
straf, onder meer omdat in het voordeel van de man meeweegt dat hij oprecht
spijt betuigde voor wat hij heeft aangericht en de ernst daarvan inziet. Het
pleit voor hem dat hij verantwoordelijkheid, ook in de richting van het
slachtoffer, heeft genomen. Bovendien is de man niet eerder veroordeeld voor
verkeersmisdrijven.