In maart 2019 belden zeker drie mensen de politie om door te geven dat zij uit de openstaande laadklep van een vrachtwagentje tussen Eindhoven en Son een opvallende vloeistof zagen lekken. Toen de politie het spoor volgde, troffen zij op het wegdek drie vaten aan met drugsafval. Omdat een van de getuigen het kenteken van de vrachtwagen had genoteerd, kwam de politie al snel uit bij de 33-jarige Eindhovenaar. Volgens de eigenaar van de vrachtwagen, een verhuurbedrijf, zou deze man de betreffende dag over de vrachtwagen hebben beschikt.

De officier van justitie stelt dat de man het vrachtwagentje huurde om daar vervolgens drugsafval mee op te halen en op een andere locatie te lozen. De rechtbank ziet daar geen bewijs voor. De verdachte verklaarde weliswaar dat het mogelijk is dat hij de vrachtwagen die dag had gehuurd. Maar er is geen enkel bewijs waaruit blijkt dat de verdachte wetenschap had van, of betrokkenheid had bij, het lozen van het drugsafval. Dit betekent dat er geen bewijs is dat de verdachte die dag de vrachtwagen zelf bestuurde of dat hij wist dat een ander dit deed om drugsafval te lozen. De rechtbank spreekt de man dan ook vrij.