De man werd ervan verdacht tussen juli 2004 en juli 2011 zijn stiefdochter te hebben misbruikt. De man ontkent dit.

De rechtbank stelt voorop dat de rechter het bewijs dat een verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, niet uitsluitend kan aannemen op de verklaring van één getuige zonder dat de verklaring van de getuige wordt ondersteund in ander bewijsmateriaal.

De stiefdochter van de verdachte heeft in januari 2014 aangifte gedaan van seksueel misbruik door haar stiefvader. Zij heeft verklaard over de specifieke momenten van seksueel misbruik en wat er op seksueel gebied gebeurd zou zijn. De verklaringen zijn consistent en de rechtbank ziet ook geen aanleiding te twijfelen aan de betrouwbaarheid van haar verklaringen.

Echter, om tot een bewezenverklaring te komen, moet haar verklaring voldoende ondersteund worden door ander bewijs. De rechtbank is van oordeel dat dat niet het geval is. De bevestiging van de verdachte van sommige feiten en omstandigheden uit de verklaring van de stiefdochter, zoals het controleren van haar wond van een blindedarmoperatie of de aanwezigheid van seksspeeltjes, acht de rechtbank van onvoldoende gewicht om tot een veroordeling te komen. Daarnaast biedt het telefoongesprek met de verdachte dat zijn stiefdochter opnam, onvoldoende steun aan haar verklaring. De reacties van de verdachte tijdens dit gesprek, onder meer over 'seksuele dingen' die zouden zijn gebeurd, roepen vragen op, maar zijn niet bevestigend voor het vermeende seksuele misbruik. De verklaringen van andere getuigen over het mogelijke misbruik en over de emoties die zij bij de stiefdochter hebben waargenomen, bieden evenmin voldoende steun, nu zij de enige bron is van die verklaringen.