De officier van justitie vervolgde de man omdat hij in 2014 iemand zou hebben mishandeld die daardoor een schedelbreuk en een hersenbloeding opliep.
De rechtbank oordeelt dat er in het dossier aanwijzingen zijn dat de verdachte betrokken is geweest bij de mishandeling, maar er is onvoldoende bewijs dat de verdachte degene is die de mishandeling heeft gepleegd. Zo kon een getuige bij een meervoudige fotobewijsconfrontatie de verdachte niet aanwijzen. Dat maakt dat er twijfel is of de verdachte wel de persoon was die het slachtoffer heeft geslagen. De rechtbank kan daarom niet tot een bewezenverklaring komen en spreekt de man vrij.