De twee verdachten bedachten in december 2013 een plan om een supermarkt in Eindhoven te overvallen. Ze ronselden twee jongens die de klus voor hen uitvoerden. De jongens bedreigden een kassamedewerkster door een nepvuurwapen op haar hoofd te zetten en het wapen op een andere medewerkster te richten. Ze namen geld uit de kassa en gingen er met hun buit van ruim 1400 euro vandoor. Het geld werd overgedragen aan de twee opdrachtgevers van de overval. Een dag eerder maakten de twee verdachten zich samen met de twee jongens schuldig aan diefstal van een scooter, die bij de overval werd gebruikt.
De twee jongens werden eerder al veroordeeld voor hun aandeel in de overval en bij de diefstal van de scooter.
De rechtbank rekent het de twee verdachten zwaar aan dat zij de overval hebben gepland en een minderjarige jongen en een net achttienjarige jongen ronselden om ‘deze klussen te klaren’. Bij de overval zijn jonge medewerkers met een nepvuurwapen bedreigd. De overvallers waren bovendien vermomd, wat nog meer angst bij de slachtoffers en getuigen kan inboezemen. De overval heeft een grote impact gemaakt op de twee slachtoffers. De verdachten hebben zich totaal niet om de gevoelens van anderen bekommerd. Het ging hen alleen om geld. De rechtbank weegt verder mee dat een van de mannen al eerder voor soortgelijke delicten is veroordeeld. Hij krijgt daarom een zwaardere straf dan de medeverdachte. Daarnaast pleegde hij de overval tijdens zijn proeftijd en moet daarom ook nog eerder voorwaardelijk opgelegde celstraffen van een maand en van twee weken uitzitten.
De verdachten moeten een totale schadevergoeding betalen van ruim 3300 euro.