De man uit Wervershoof was één van de organisatoren. Vanaf het begin was hij bij de planning van het lab in Montfoort betrokken. Hij bracht koks in en regelde chemicaliën. De verdachte was ook organisator van de bezigheden in Hattem, betrokken bij de voorbereidingshandelingen in Bovenkarspel en had harddrugs aanwezig in Enkhuizen. Bovendien voerde hij na het ontmantelen van het drugslab versleutelde chatgesprekken met andere verdachten; ze bedachten plannen om op andere wijze geld te verdienen met harddrugs.
Zijn tweelingbroer (ook uit Wervershoof) krijgt een celstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk en een geldboete van 10.000 euro. In zijn woning vond de politie 920 gram metamfetamine en ongeveer 2 liter van een materiaal met diezelfde stof. Daarnaast had hij allerlei chemicaliën in bezit voor het maken van harddrugs.
De man uit Opperdoes maakte plannen, bracht een chauffeur in en droeg bij aan de logistiek. Hij was zelf in het drugslab in Montfoort aanwezig als er goederen kwamen en zorgde voor alle benodigdheden in het lab. Verder werd hij gesignaleerd bij de loods in Hattem en hielp hij de gps-tracker inbouwen.
De Leidenaar regelde de locatie van het lab in Montfoort, had het contact met de eigenaar van het perceel en regelde een klusjesman. Ook hij was, net als de andere hoofdverdachten, investeerder en zou hij meedelen in de winsten.