Op 28 januari 2015 kwam bij de politie een spoedmelding binnen dat een 17-jarig meisje gedwongen in de prostitutie zou werken. Ze zou (onder andere) worden aangeboden via een advertentie op een website. Het slachtoffer zou in Rotterdam in een woning verblijven en daar klanten ontvangen. De politie trof in de woning een slaapkamer aan die vermoedelijk was ingericht als afwerkkamer.

Minderjarigen moeten kunnen opgroeien in een veilige omgeving en zich veilig kunnen ontwikkelen, ook op seksueel gebied. Blootstelling aan prostitutie op jonge leeftijd heeft grote gevolgen voor de minderjarige op langere termijn. Het gebruikmaken van jeugdprostitutie is een ernstig zedendelict. De mannen hebben door hun gedrag bijgedragen aan het in stand houden van jeugdprostitutie.

Normaalgesproken staat er op het gebruikmaken van jeugdprostitutie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Alleen in bijzondere gevallen kan de rechter daarvan afwijken. En dat is hier het geval. Want ook al hadden de mannen beter moeten uitzoeken of de vrouw meerderjarig is, de rechtbank acht het aannemelijk dat ze oprecht dachten met een volwassene van doen te hebben. Zonder ook maar iets af te doen aan de ernst van het feit en de gevolgen voor het slachtoffer, is het verwijt dat de mannen kan worden gemaakt minder groot dan wanneer zij welbewust op zoek zouden zijn gegaan naar een minderjarige of vermoedden dat het ging om een minderjarige.
De rechtbank houdt er bij de strafbepaling ook rekening mee dat er meer dan 3 jaar zit tussen het strafbare feit en de uiteindelijke rechtszaak.