De rechtbank vindt de enkele verklaring van de vrouw, dat zij de 35-jarige man zou hebben herkend, onvoldoende om hem te veroordelen. Er moet steunbewijs zijn en dat is er niet. De getuigen hebben niet zelf gezien dat de verdachten betrokken waren bij de overval. Ook hoorden zij dit niet van de verdachten of van de vrouw. De getuigen wijzen naar verschillende bronnen. Dit maakt dat de rechtbank deze verklaringen zeer terughoudend moet beoordelen. Ditzelfde geldt voor de verklaring van de vrouw. Zij ging pas zo'n 7 uur na de overval naar de politie. In de tussentijd had zij contact met meerdere personen over wat er zou zijn gebeurd. Dit maakt dat de rechtbank niet zonder meer uit kan gaan van de betrouwbaarheid van de aangifte. Omdat zij kort na het incident is overleden, kan de vrouw hierover niet nader worden gehoord.
De rechtbank constateert verder dat het gevonden DNA-materiaal op een verplaatsbaar voorwerp zit. Er kan niet met zekerheid worden vastgesteld dat het DNA van de 41-jarige man daarop terecht is gekomen doordat hij de kabel bij de overval heeft vast gehouden. Ook zijn er geen DNA-sporen van die verdachte gevonden op de uiteinden van de kabel, wat je wel zou verwachten als de kabel door hem gebruikt zou zijn om de vrouw vast te binden.
Al met al kan de rechtbank niet met de vereiste mate van zekerheid vaststellen dat de verdachten betrokken waren bij de woningoverval. Zij spreekt de verdachten daarom vrij.