Het autocrossevenement vond plaats op 15 september 2019 op een akker in Leende. De verdachte was één van de deelnemers. Omdat het parcours droog en stoffig was werd er water op gesproeid. In de loop van de dag verbood het waterschap nog meer te sproeien. Daarmee zou – door het opwaaiend stof en zand – het zicht voor de coureurs onvoldoende zijn. De organisatie van het evenement en de coureurs besloten daarop uit veiligheid voor zichzelf en het publiek om de laatste race niet meer te rijden. De verdachte wilde om die reden een deel van het inschrijfgeld terug. Zijn vriendin kreeg hierover woorden met de organisatie en dit liep uit op een fysieke confrontatie. De verdachte liep vervolgens naar zijn crossauto en reed het evenemententerrein op. Daar raakte hij verschillende mensen; 3 van hen liepen meerdere botbreuken op. Meerdere anderen konden net op tijd opzij springen.

Volgens de verdachte was het niet zijn bedoeling iemand te raken, maar toch is er volgens de rechtbank sprake van een vorm van opzet. De verdachte is boos en in paniek naar zijn crossauto gelopen en reed het terrein op omdat hij zijn vriendin, die zich op het crossterrein bevond en in een vechtpartij verwikkeld was, wilde helpen. De verdachte reed vol gas en telkens opschakelend naar het middenterrein en bereikte daarbij een snelheid van zo’n 50 km/uur. Op het middenterrein was zojuist de prijsuitreiking geweest en er waren dus veel mensen, die er niet op berekend waren dat er een auto met zo’n snelheid op hen af kwam rijden. De verdachte heeft niet geremd vlak voor hij de slachtoffers raakte. De rechtbank concludeert dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op dodelijke slachtoffers heeft aanvaard. Dit betekent dat hij schuldig is aan een meervoudige poging tot doodslag.
Daarnaast mishandelde hij een man door hem tegen zijn hoofd te slaan. Die man haalde na de aanrijding de sleutel uit het contact van de crossauto om te voorkomen dat de verdachte zou wegrijden en nog meer slachtoffers zou maken.

De verdachte maakte zich schuldig aan een zeer gewelddadig delict, om een futiele aanleiding. Dit vindt de rechtbank zeer verwerpelijk. Het ging om een enorm bedreigende situatie. Een aantal mensen kon door de snelheid van de auto niet op tijd opzij springen. En als andere aanwezigen niet opzij waren gesprongen hadden er nog meer slachtoffers kunnen vallen, misschien zelfs met dodelijke afloop. Alle betrokkenen kenden die middag grote angst en een onveilig gevoel, waarvan sommigen nog steeds last hebben. 3 Personen hebben ernstig letsel opgelopen, in ieder geval één van hen zelfs ernstig blijvend letsel.

Uit onderzoek is gebleken dat er bij de verdachte sprake is van een licht verstandelijke beperking en dat hij verminderd toerekeningsvatbaar is. Daarnaast is hij kinderlijker dan leeftijdgenoten. De rechtbank vindt het daarom voor deze jonge verdachte passend om het jeugdstrafrecht toe te passen. Hierbij wordt veel meer dan bij volwassenen rekening gehouden met de persoonlijke ontwikkeling van de verdachte. Gelet op de ernst van het delict legt de rechtbank de maximale jeugddetentie op: 24 maanden. Een deel daarvan, 6 maanden, is voorwaardelijk om de verdachte ervan te weerhouden dat hij opnieuw in de fout gaat. Daarnaast koppelt de rechtbank aan die voorwaardelijke straf een aantal bijzondere voorwaarden. Zo moet de verdachte zich laten begeleiden door de jeugdreclassering, moet hij meewerken aan een ambulant behandeltraject en mag hij 2 jaar niet deelnemen aan autosportevenementen. Tot slot legt de rechtbank een rijontzegging op van 5 jaar.