De verdachte deed de nabestaanden onherstelbaar leed aan. De rechtbank realiseert zich dat geen enkele straf hun immense verdriet weg zal kunnen nemen.
Gezien de ernst van het feit, aanmerkelijk onvoorzichtig rijden met dodelijke afloop, legt de rechtbank de maximale taakstraf van 240 uur op. Om te voorkomen dat de verdachte opnieuw in de fout gaat, krijgt hij daarnaast een voorwaardelijke celstraf van zes maanden en een voorwaardelijke rijontzegging van een jaar. Bij dit laatste heeft de rechtbank er rekening mee gehouden dat de verdachte zijn rijbewijs nodig heeft voor zijn werk en het, onder meer vanwege de door hem nog te betalen schadevergoedingen, belangrijk is dat hij zijn werk en daarmee een inkomen behoudt.
De officier van justitie eiste een zwaardere straf, omdat zij uitging van een hogere mate van schuld dan de rechtbank.