Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat het aan de verdachte te wijten is dat zijn vriend door het ongeval overleed en dat zijn vriendin zwaar lichamelijk letsel opliep. De rechtbank vindt een onvoorwaardelijke celstraf, zoals de officier van justitie eiste, echter niet op zijn plaats. De verdachte is zeer schuldbewust. Hij verklaart onomwonden en, volgens de rechtbank, eerlijk over zijn drugsgebruik vóór het ongeval. De verdachte voelt zich volledig verantwoordelijk voor de catastrofale afloop en zocht contact met de nabestaanden van zijn vriend om over het ongeval te praten. Zij blijken geen wrok tegen de verdachte te koesteren. Ook de verdachte zelf is getroffen door het ongeval; zijn goede vriend is overleden. Hij zal moeten leven met de gedachte dat dit door zijn toedoen is gebeurd. Ook is zijn vriendin zwaargewond geraakt.
Al met al vindt de rechtbank een voorwaardelijke celstraf van 8 maanden, als stevige stok achter de deur, de maximale taakstraf van 240 uur en een rijontzegging van 3 jaar een passende straf. Daarnaast moet de verdachte als bijzondere voorwaarden meewerken aan een onderzoek en eventuele behandeling van de verslavingszorg. Ook krijgt hij een meldplicht bij de reclassering en moet hij meewerken aan alcohol- en drugstests.