De man paste tussen september 2016 en maart 2018 regelmatig op een meisje als haar moeder moest werken of studeren. De man had het meisje dan in zijn woning in Eindhoven. Hij pleegde meerdere keren verregaande ontuchtige handelingen met het meisje, dat 7 jaar was toen de ontucht begon. In maart van dit jaar vertelde het meisje aan haar moeder dat ze niet meer naar haar ‘opa’ toe wilde en kwam de ontucht aan het licht. De verdachte bekende de delicten.
De rechtbank houdt er bij het bepalen van de straf rekening mee dat de verdachte op ernstige wijze de lichamelijke integriteit van het meisje heeft geschonden. Het meisje en haar moeder zijn de nadelige gevolgen van de ontucht nog steeds niet te boven. De rechtbank rekent dit de man zwaar aan. Verder neemt de rechtbank het hem bijzonder kwalijk dat hij het vertrouwen schaadde dat zowel het meisje als haar moeder in hem als oppas stelden. Wat hem daarnaast kwalijk wordt genomen is dat de verdachte de verantwoordelijkheid deels bij het slachtoffer legt, onder andere door herhaaldelijk te stellen dat het meisje de handelingen niet erg vond en hij niets deed wat zij niet wilde. De man is echter uitsluitend zelf verantwoordelijk voor de seksuele handelingen die zijn verricht. In strafmatigende zin weegt mee dat de verdachte vanwege onder meer een pedofiele stoornis verminderd toerekeningsvatbaar is.