Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat de verdachte met een schietklaar wapen de confrontatie heeft gezocht. Hij nam hiermee het risico op een geweldsescalatie voor lief. De verdachte wil niet zeggen hoe hij aan het wapen is gekomen en aan wie hij dit na het incident heeft gegeven. Het wapen is vooralsnog niet teruggevonden, met alle risico’s dat het wapen opnieuw kan worden gebruikt. Het baart de rechtbank zorgen dat de verdachte kennelijk in kringen verkeert waarin hij gemakkelijk aan een vuurwapen kan komen en dit ook weer van de hand kan doen. Ook weegt mee dat het schietincident in een uitgaansgebied was op een tijdstip waarop veel publiek aanwezig was.
De rechtbank legt een forse straf op om te benadrukken dat de verdachte in de toekomst moet afzien van het gebruik van geweld. De rechtbank houdt er daarnaast rekening mee dat het delict in verminderde mate aan de verdachte kan worden toegerekend. Volgens een psycholoog is bij hem sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. De rechtbank koppelt aan het voorwaardelijke deel van de celstraf een aantal bijzondere voorwaarden: de verdachte krijgt onder meer een meldplicht bij jeugdreclassering, moet meewerken aan een training om zijn agressie te leren reguleren en mag in de avond en nachtelijke uren niet meer in het uitgaansgebied van ’s-Hertogenbosch komen.