Het bedrijf houdt al jarenlang nertsen in de wijk Sparrenburg in Rosmalen. Van de bewoners ontvangt de gemeente ’s-Hertogenbosch al die tijd al klachten dat er sprake is van vliegenoverlast in de wijk. De gemeente legde naar aanleiding van die klachten twee keer een last onder dwangsom op aan de nertsenhouderij. De rechtbank deed in april 2014 uitspraak in die zaken. Uiteindelijk trok de gemeente beide lasten in 2015 en 2018 in. In juni 2019 besloot de gemeente ambtshalve om de voorschriften voor de bestrijding van vliegenoverlast in de vergunning van het bedrijf aan te passen. Hiertegen ging de nertsenhouderij in beroep.

Volgens de nertsenhouderij heeft de gemeente niet aangetoond dat haar bedrijf de oorzaak is van de vliegenoverlast. Zij stelt dat er een andere bron is: een composteringsbedrijf in de buurt. Om de nertsenhouderij dan verregaande voorschriften op te leggen, noemt het bedrijf willekeur en in strijd met het gelijkheidsbeginsel, de zorgvuldigheid en de rechtszekerheid.
De gemeente stelt dat zij op basis van rapporten van het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) ervan is uitgegaan dat alleen de nertsenhouderij de oorzaak van de vliegenoverlast in de omgeving is. Het composteringsbedrijf is door het KAD uitgesloten als bron.

De rechtbank oordeelt dat de gemeente op basis van de rapportages van het KAD zich op dit standpunt mocht stellen. Het KAD heeft voldoende aanwijzingen dat de vliegen van dit bedrijf komen en dat andere locaties of bedrijven niet de bron van de overlast kunnen zijn. Er is een duidelijk onderscheid tussen de nertsenhouderij en het composteringsbedrijf. Volgens de rechtbank heeft de gemeente dan ook niet willekeurig gebruik gemaakt van zijn bevoegdheid om de voorschriften in de vergunning aan te passen.  Omdat de huidige werkwijze van het bedrijf onvoldoende werkt en leidt tot vliegenoverlast, mocht de gemeente aanvullende gedetailleerde voorschriften opleggen.