De rechtbank stelt vast dat het OM aan de verdachte in een e-mail van december 2019 een transactievoorstel deed. Hierin stond in algemene bewoordingen dat als de man de transactie zou aanvaarden, het onderzoek zou worden gestaakt. Daarbij refereert het OM aan haar dossier waarin onderzoek is gedaan naar zowel witwassen als drugshandel. De rechtbank stelt dat de verdachte er onder die omstandigheden op mocht vertrouwen dat het OM hem niet zou vervolgen voor die strafbare feiten. Het had op de weg van het OM gelegen om duidelijk kenbaar te maken dat het onderzoek naar de drugshandel geen deel uitmaakte van de transactie.
Omdat de verdachte akkoord ging met het voorstel en het OM hem desondanks vervolgt, handelt het OM in strijd met een goede procesorde. Volgens de rechtbank is er daarom sprake van een uitzonderlijke situatie waarin het OM niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Dit betekent dat de strafzaak niet verder wordt behandeld en de zaak bij de rechtbank stopt.