De man stuurde in juni en juli vorig jaar, in nog geen 7 weken tijd, ten minste 323 verzoeken naar de gemeente om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De vrouw verzond in diezelfde periode 256 verzoeken. Ook dienden beiden een groot aantal ingebrekestellingen, klachten en bezwaarschriften in, gerelateerd aan die verzoeken. Dit ging na deze periode door (onder meer 238 verzoeken van de vrouw tot 4 november 2015). De gemeente wees de verzoeken af omdat er sprake zou zijn van misbruik van recht. Daarop stapten de man en de vrouw naar de rechter.

De man zegt de hooghartige houding en het niet transparant zijn van de gemeente aan de kaak te willen stellen. Hij ziet het indienen van de Wob-verzoeken als enige manier om openheid van zaken te krijgen. Ook de vrouw zegt misstanden binnen de gemeente aan de orde te willen stellen en die te willen openbaren na dossiervorming.

Volgens de rechtbank is het de man en de vrouw niet te doen om het daadwerkelijk verkrijgen van de gevraagde informatie en deze openbaar te laten zijn voor iedereen. Daarom is er sprake van misbruik van recht. Volgens de rechtbank handelde de gemeente zorgvuldig bij de afhandeling van de ingediende Wob-verzoeken.