De man haalde op 11 oktober 2014 in Uden een auto rechts in, stuurde vervolgens naar links en belandde in de middenberm. Toen hij zijn auto terug de weg op stuurde, week hij te ver uit naar rechts en raakte daarbij een andere auto. De bestuurder van die auto verloor de macht over het stuur en kwam tegen een boom tot stilstand. De politie ging later die dag naar zijn woning vanwege dit incident. De man sloeg bij die confrontatie één van de agenten hard in zijn gezicht.
De rechtbank oordeelt dat de man aanmerkelijk onvoorzichtig reed. De rechtbank rekent het de man zwaar aan dat hij doorreed nadat hij zag dat de andere bestuurder door zijn toedoen van de weg raakte. Ook weegt de rechtbank mee dat hij een agent mishandelde terwijl agenten ongehinderd hun werk moeten kunnen doen. Uit het handelen van de verdachte spreekt minachtig van het gezag. De rechtbank houdt er verder rekening mee dat de man al meerdere malen is veroordeeld voor verkeersdelicten.
Uit een rapport van Novadic-Kentron blijkt dat de man inmiddels hulp en begeleiding krijgt, dat hij na het delict een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt en dat hij inmiddels een stabiel leven leidt. De rechtbank houdt hiermee in het voordeel van de man rekening, maar benadrukt dat deze positieve ontwikkeling zeer pril is. Gelet daarop legt de rechtbank de man ook een maand voorwaardelijke celstraf op om hem ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.