De verdachte ging telkens op dezelfde manier te werk. Hij ging het tankstation binnen, vroeg de baliemedewerker om een pakje sigaretten en zodra de medewerker zich weer naar de verdachte terugdraaide, pakte hij diegene vast, bedreigde het slachtoffer met een groot mes en eiste dat de kassa werd opengemaakt. In Rosmalen maakte hij 455 euro buit, in Heeswijk-Dinther 360 euro en in Schaijk 925 euro.

Dit soort overvallen zijn zeer traumatisch voor de slachtoffers en veroorzaken ook in de maatschappij gevoelens van angst en onveiligheid. De verdachte bekommerde zich alleen om zijn eigen belangen en trok zich verder nergens iets van aan. Volgens de man waren de overvallen een roep om hulp voor zijn problematiek. Maar hij kan niet uitleggen waarom hij na de eerste overval niet is gestopt en waarom hij zich niet zelf bij de politie heeft gemeld, ook niet nadat hij wist dat hij werd gezocht. De rechtbank rekent hem dit zwaar aan.

Bij het bepalen van de straf weegt ook mee dat de verdachte in 2016 is veroordeeld voor twee overvallen op winkels. De rechtbank vindt een celstraf van vier jaar op z'n plaats. Daarvan legt zij één jaar voorwaardelijk op om daar bijzondere voorwaarden aan te kunnen koppelen. Dit om de verdachte het hulpkader te bieden dat hij nodig heeft. Zo krijgt hij een meldplicht bij de reclassering, moet hij zich laten opnemen in een zorginstelling, aansluitend laten behandelen door een zorgverlener en meewerken aan een verblijf in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang.
De verdachte moet ook schadevergoedingen betalen van in totaal ruim 6.000 euro.