De rechtbank kan alleen beslissen dat het paard moet worden teruggegeven, als buiten redelijke twijfel vaststaat dat het Heusdense bedrijf en/of één van haar vennoten eigenaar zijn van het paard. Dit is echter niet het geval. Daarbij wijst de rechtbank op het feit dat het paard niet in Heusden, maar in Valkenswaard is aangetroffen en in beslag is genomen. Daarnaast volgt de rechtbank de stelling van de officier dat de eigenaar van de stal waar het paard stond, in het paspoort vermeld is als eigenaar van het paard. Het bedrijf en haar vennoten hebben onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd om de twijfel weg te nemen. Bovendien ziet de rechtbank kort gezegd onvoldoende grond voor de stelling dat de inbeslagname disproportioneel is.