De verdachte vertoonde met name bij het slachtoffer van de ontucht zeer grensoverschrijdend gedrag. Hij maakte daarbij misbruik van de machtspositie die hij had als eigenaar van de paarden. Het slachtoffer verklaarde tijdens de zitting dat het een ingrijpende gebeurtenis was waar zij nog steeds de nadelige effecten van ondervindt. Ook weegt de rechtbank mee dat de verdachte de ernst van het door hem aan zijn slachtoffers aangedane leed en de strafwaardigheid van zijn handelen onvoldoende inziet. Dit alles maakt dat de rechtbank een zwaardere straf oplegt dan de officier van justitie eiste (een voorwaardelijke celstraf van 6 maanden en 200 uur taakstraf). De rechtbank legt een vrijwel geheel voorwaardelijke celstraf op, omdat de verdachte inmiddels 78 jaar is en kampt met een slechte gezondheid, waarvoor hij onder behandeling is in het ziekenhuis. Ook is vastgesteld dat hij last heeft van claustrofobie. Hierdoor neemt de rechtbank aan dat een celstraf voor de verdachte (flink) zwaarder zal vallen dan voor een gemiddelde verdachte. Daarnaast nam hij inmiddels maatregelen om herhaling te voorkomen; zijn rijpaarden staan niet meer aan huis. Ook de reclassering acht de kans op herhaling laag.