Laden...

Poging doodslag en diefstal in Helmond: 6 jaar cel en tbs

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > Poging doodslag en diefstal in Helmond: 6 jaar cel en tbs
's-Hertogenbosch, 25 januari 2017

De rechtbank Oost-Brabant heeft een 27-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaar en tbs met dwangverpleging. Hij stak een andere man neer, sloeg hem met een hamer en kwam later terug om het slachtoffer te beroven.

De verdachte kreeg in de nacht van 21 februari 2016 ruzie met een man in diens woning in Helmond. Hij stak daarbij meerdere keren met een mes in de nek en hals van het slachtoffer. Ook sloeg hij de man een aantal keer met een hamer tegen het hoofd. Vervolgens verliet de verdachte de woning in de veronderstelling dat het slachtoffer was overleden. Op een later tijdstip kwam hij terug, constateerde dat de man nog leefde en trok met geweld een ketting van zijn hals. Ook beroofde hij hem van andere sieraden.

De rechtbank vindt het steken en slaan van het slachtoffer al van buitengewone ernst. Daarnaast vindt de rechtbank het bijzonder stuitend dat de verdachte terugging naar de woning en het slachtoffer beroofde in plaats van hulp in te roepen. De verdachte deed hem onherstelbaar fysiek en psychisch leed aan. Het slachtoffer lag zo’n 14 uur zwaargewond en hulpeloos in zijn woning voordat hij werd ontdekt. Wat het slachtoffer in die tijd moet hebben doorgemaakt, valt haast niet voor te stellen. Het slachtoffer hield aan de aanval bovendien blijvende littekens over in zijn hals en schedel. Ook liep hij ernstig hersenletsel op. Hij kampt onder meer met beperkingen in spraak, lezen, schrijven en het geheugen en zal levenslang hulpbehoevend blijven.
De verdachte was de betreffende nacht onder invloed van alcohol en verdovende middelen, terwijl hij de negatieve werking hiervan op zijn gedrag kende. Daarnaast weegt de rechtbank in zijn nadeel mee dat hij in 2007 en 2013 voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Anderzijds neemt de rechtbank het advies van deskundigen over dat er bij de man sprake is van een ziekelijke stoornis en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Hij wordt daarom als verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd.
Al met al legt de rechtbank een lagere celstraf op dan de officier van justitie eiste (8 jaar). De rechtbank vindt daarbij onder meer van belang dat verdachte ook tot tbs wordt veroordeeld en dat de duur van de tbs naar verwachting aanzienlijk zal zijn. Daarnaast heeft de rechtbank ook beslist dat verdachte nog het gehele restant, 487 dagen, aan celstraf moet uitzitten van de voorwaardelijke invrijheidstelling van de in 2013 opgelegde straf. Dit omdat hij de huidige delicten in de proeftijd van die zaak pleegde. De verdachte moet het slachtoffer dat hij stak en sloeg bovendien een schadevergoeding betalen van ruim 58.000 euro.

Uitspraken