Laden...

Poging moord op ex-vriend in Eindhoven: vrouw krijgt acht jaar cel

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > Poging moord op ex-vriend in Eindhoven: vrouw krijgt acht jaar cel
's-Hertogenbosch, 22 mei 2015

De rechtbank Oost-Brabant heeft een 30-jarige vrouw uit ’s-Hertogenbosch veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar. Ze probeerde in juni vorig jaar haar ex-vriend met een mes om het leven te brengen.

De vrouw kreeg vorig jaar contact met haar ex-vriend via Facebook en maakte een afspraak om elkaar te ontmoeten. Ze nam een mes mee naar de woning van de man in Eindhoven. Toen de man op de bank ging zitten, ging de vrouw achter hem staan, trok zijn keel naar achteren en haalde het mes langs zijn keel. Hij raakte daarbij licht gewond.

Poging moord

De vrouw bekende dat ze direct bij het eerste contact via Facebook al van plan was haar ex-vriend te doden. Ook zocht ze op internet op hoe je dit het best met een mes kunt doen. Eenmaal bij de man thuis wilde ze niet met hem buiten zitten, omdat haar plan daar niet zou kunnen slagen. Binnen wachtte de vrouw het juiste moment af. De rechtbank oordeelt dat de vrouw zich op diverse momenten heeft kunnen beraden over haar voorgenomen besluit om haar ex-vriend te doden en na heeft kunnen denken over de gevolgen daarvan. Op grond daarvan komt de rechtbank tot het oordeel dat zij met voorbedachten rade heeft gehandeld en volgens de rechtbank is er daarom sprake van een poging tot moord.

Beangstigende gebeurtenis

De vrouw maakte zich schuldig aan een van de ernstigste delicten die bestaan. Het moet voor het slachtoffer een beangstigende gebeurtenis zijn geweest, zeker omdat het veel slechter met hem had kunnen aflopen. In het voordeel van de vrouw weegt de rechtbank mee dat ze direct naar de politie is gegaan, aangaf waar het slachtoffer te vinden zou zijn en alles bekende. De rechtbank is ervan overtuigd dat ze inmiddels spijt heeft van haar daad.
 
De officier van justitie eiste naast een celstraf van zes jaar, ook tbs met dwangverpleging. De vrouw weigerde mee te werken aan onderzoek door een psycholoog en psychiater. Deze deskundigen konden daarom niet vaststellen of er bij de vrouw sprake was van een geestelijke stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens toen zij het delict pleegde. Ook kan de rechtbank niet concluderen dat er gevreesd moet worden voor herhaling. Daarom kan de rechtbank geen tbs met dwangverpleging opleggen.

Uitspraken