De verdachte ging op 27 april 2008 onder invloed van alcohol naar de woning van een man op een camping in Heeswijk-Dinther. Daar ontstond een vechtpartij tussen beide mannen, waarbij de verdachte met een hamer op het hoofd van de ander insloeg. Het slachtoffer liep een schedelfractuur en meerdere breuken in zijn kaak op.
De rechtbank legt een hogere straf op dan de officier van justitie eiste voor de poging tot doodslag, omdat de officier van justitie bij zijn eis onvoldoende oog had voor het levensgevaar dat het slachtoffer liep en voor de ernst van het delict. De verdachte veroorzaakte welbewust een zeer groot en levensbedreigend gevaar voor het slachtoffer. In Polen was hij voor een vergelijkbaar delict veroordeeld tot een celstraf waarbij hij ook behandeling kreeg voor zijn alcohol- en cannabisverslaving. Volgens de rechtbank wist hij dat hij agressief wordt van alcohol, maar koos hij er desondanks voor om te gaan drinken. Ook bekommerde de verdachte zich niet om het slachtoffer, maar vluchtte hij. De verdachte hield zich vervolgens jarenlang schuil. Hierdoor is het aan hemzelf te wijten dat het zolang heeft geduurd voordat de zaak op zitting is behandeld. Dat leidt daarom niet -zoals de verdediging vroeg- tot strafvermindering.